Snelkeuzetoetsen
U kunt als volgt een telefoonnummer toewijzen aan een
van de cijfertoetsen 2 tot en met 9. Selecteer Menu >
Contacten > Snelkeuze, blader naar een cijfer en
selecteer Wijs toe. Voer het gewenste telefoonnummer in
of selecteer Zoeken en een opgeslagen contact.
Als u gebruik wilt maken van snelkeuzetoetsen, selecteert
u Menu > Instellingen > Oproepen > Snelkeuze >
Aan.
Oproepen
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
22
Als u een nummer wilt bellen via een snelkeuzetoets, drukt
u in de stand-by modus op de gewenste cijfertoets en
houdt u deze ingedrukt.
4. Tekst invoeren
Tekstmodi
U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren,
bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de
methode voor normale tekstinvoer of via de methode voor
tekstinvoer met woordenboek.
Houd tijdens het invoeren van tekst Opties ingedrukt om
te schakelen tussen normale tekstinvoer, aangegeven door
en tekstinvoer met woordenboek, aangegeven door
. Niet alle talen worden ondersteund in de tekstinvoer
met woordenboek.
Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door
, en
. U kunt schakelen tussen hoofdletters en
kleine letters door op # te drukken. U kunt naar de
nummermodus, aangegeven door
, overschakelen
door # ingedrukt te houden en Nummermodus te
selecteren. U kunt overschakelen naar de nummermodus
door # ingedrukt te houden.
Als u de schrijftaal wilt instellen, selecteert u Opties >
Schrijftaal.